Na het verzoek dat op 6 oktober 2023 bij de Europese Commissie werd ingediend om toestemming van de Europese Raad te verkrijgen om af te wijken van Richtlijn 2006/112/EG (vergelijkbaar met de afwijkingen die al door andere lidstaten, zoals Roemenië zijn verkregen) heeft de Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers formeel de wet aanvaard met betrekking tot de invoering van verplichte elektronische facturatie in België voor binnenlandse business-to-business (B2B) transacties.
Volgens Artikel 395 Lid 1 uit de richtlijn mogen lidstaten niet zonder toestemming van de Europese Raad afwijken van de regels in de BTW Richtlijn.
Lees hierover meer: e-factureren | SAF-T | ViDA en de strijd tegen belastingfraude (deel 2) de BTW richtlijn en elektronisch factureren
Vooruitlopend op de formele toestemming van de Europese Commissie om af te wijken van de EU-btw-richtlijn (artikelen 218 en 232) heeft het Belgische parlement op 2 februari 2024 de wet op elektronische facturatie goedgekeurd.
De wet wordt op 1 januari 2026 van kracht en verplicht bedrijven om zowel elektronische facturen te verzenden als te ontvangen.
Wat ging vooraf aan de formele goedkeuring door de Europese Commissie?
Tijdens de Belgische ministerraad van 8 december 2023 is een voorontwerp van wet tot verplichting van het gebruik van gestructureerde elektronische facturen goedgekeurd.
De invoering van een verplichting tot uitreiking van gestructureerde elektronische facturen vormt een eerste aanzet om op langere termijn bepaalde btw-gegevensstromen tussen belastingplichtigen onderling en van belastingplichtigen naar de FOD Financiën te moderniseren, waarbij maximaal gebruik wordt gemaakt van moderne technologieën die deze gegevensstromen digitaliseren, automatiseren en versnellen. Er wordt een communicatiecampagne voorzien door de FOD Financiën rond de toekomstige inwerkingtreding van elektronische facturering.
Eén van de eerste doelstellingen is op Belgisch niveau duidelijke afspraken vast te leggen over de verschillende domeinen van interoperabiliteit. Dit voorontwerp creëert het kader waarbinnen deze afspraken verder zullen worden geconcretiseerd. Op die manier worden de omstandigheden gecreëerd waarbinnen elektronische facturering volledig kan doorbreken.
Het voorontwerp zorgt voor de business case die nodig is om betaalbare oplossingen te ontwikkelen: de wettelijke verplichting creëert een grote markt om oplossingen te bouwen.
België pleit binnen de EU voor ambitieuze regels rond e-reporting en een spoedige inwerkingtreding ervan.
Het voorontwerp van wet wordt ter ondertekening voorgelegd aan de Koning, met het oog op indiening ervan bij de Kamer van volksvertegenwoordigers.
Op 28 december 2023 heeft de Belgische regering het wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde wat de invoering van de verplichting tot elektronische facturering betreft ingediend bij de Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers.
Het wetsontwerp heeft tot doel in het bijzonder het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde (hierna: “het Wetboek”) te wijzigen om de verplichting tot het uitreiken van gestructureerde elektronische facturen (of elektronische facturering in de strikte zin) in te voeren tussen de overgrote meerderheid van de belastingplichtigen.
Dit ontwerp voorziet in een veralgemeende verplichting om tussen belastingplichtigen gestructureerde elektronische facturen uit te reiken.
De voordelen van elektronische facturering worden alleen maximaal benut wanneer het opstellen, uitreiken (verzenden), overdragen, ontvangen en verwerken van een factuur volledig kan worden geautomatiseerd. Dergelijke facturen worden in deze memorie en in het ontwerp aangeduid als “gestructureerde elektronische facturen” in het kader van “elektronische facturering in de strikte zin” waarbij dergelijke facturen machineleesbaar zijn en automatische en digitale verwerking door de ontvanger mogelijk is.
Eén van de grote problemen die een beletsel vormen voor de verdere ontwikkeling van die elektronische facturering in de strikte zin is evenwel het gebrek aan interoperabiliteit. Met interoperabiliteit wordt de mogelijkheid beoogd om tussen bedrijfssystemen, ongeacht hun technologie, toepassing of platform, op consistente wijze informatie aan te bieden en te verwerken.
Volledige interoperabiliteit omvat de mogelijkheid op drie afzonderlijke niveaus te interopereren: de inhoud van de factuur (semantisch), het gebruikte formaat of de gebruikte taal (syntax), en de wijze van overdracht (technisch).
De verplichting tot het uitreiken van gestructureerde elektronische facturen gaat bijdragen aan de strijd tegen belastingontduiking, alsook tegen louter materiële inbreuken op de wet, die samenhangen met het niet of te weinig aangeven en, in het algemeen, het niet betalen van btw. Dergelijke facturen bevatten door de automatisering van het proces immers minder fouten en kunnen gemakkelijker worden geëxploiteerd in het kader van compliance en controle-initiatieven.
Het uitreiken van gestructureerde elektronische facturen vormt ook de basis waarop systemen van elektronische rapportering kunnen worden geënt. Dergelijke systemen bieden de mogelijkheid om de formele geldigheid van facturen vooraf te bevestigen, om onmiddellijk toegang te verkrijgen tot transactionele informatie, om de opvolging en controle van het correct naleven van btw-verplichtingen te vervroegen en te optimaliseren en, desgevallend, om bestaande traditionele btw-verplichtingen geheel of gedeeltelijk te vervangen. Op die manier kan ook verder op een substantiële wijze worden bijgedragen tot de vermindering van de btw-kloof (“VAT gap”) en dus tot de verhoging van de btw-opbrengsten.
Rekening houdend met de resultaten van het overleg met de stakeholders en de impact die de overgang naar een nagenoeg veralgemeende verplichting tot het uitreiken van gestructureerde elektronische facturen in een B2B-context met zich mee zal brengen, wordt voorzien in een voldoende lange overgangsperiode die operatoren toelaat om zich terdege voor te bereiden op de gevolgen van de inwerkingtreding van de nieuwe verplichting. Rekening houdend met die overgangsperiode zullen alle bepalingen vervolgens in hun geheel in werking treden op 1 januari 2026.
De belastingplichtige voor wie de factuur bestemd is, zal dus vanaf 1 januari 2026, in tegenstelling tot vandaag, niet langer de mogelijkheid hebben om dergelijke gestructureerde elektronische facturen te weigeren. Dat impliceert ook dat hij alle nodige maatregelen zal moeten treffen om dergelijke facturen te kunnen ontvangen, zelfs als hij zelf er niet toe gehouden is om facturen uit te reiken (bijvoorbeeld omdat hij enkel belastbare handelingen verricht waarvoor overeenkomstig de nationale regelgeving geen factureringsplicht geldt).